Het begon ooit allemaal zo klein en lieflijk. Samen met een goede vriend kochten we op een dag een racefiets. Tweedehands, aluminium. Voor een paar honderd euro hadden we onze eigen stalen ros. Ze waren niet half zo mooi als de Koga Miyata van mijn vader, die elke zomer tijdens de zomerstop van de kant werd gehaald, maar we waren tevreden.
Eerst reden we wat in de provincie, net na onze studententijd trokken we naar de Alpen. De Croix-de-Fer, De Télégraphe en natuurlijk Alpe d’Huez. In een wielersetje van nog geen dertig euro en met een oude mountainbikehelm op het hoofd de berg af. We waanden ons voor even profs.
In de daarop volgende jaren werd alles steeds groter. Het groepje fietsende vrienden nam toe, de fiets werd beter én de uitdagingen groter. Tripjes naar Mallorca, toertochten van tweehonderd kilometer en weekenden in Ardennen. We waren eind twintig, begin dertig en wilden onszelf uitdagen. We reden alle toertochten in Nederland, haalden brons bij de Marmotte en reden een tijdrit van 500 kilometer in Drenthe. De volgende uitdaging? De Giro Sardegna. Een zesdaagse in Italië. Een wedstrijd voor fanatieke profs inclusief een tijdrit, teamtijdrit en een ware Granfondo. Tussen neo-profs en andere fanatiekelingen door het Italiaanse heuvellandschap.
Er was echter één probleem: de wedstrijd viel vroeg. Half april moesten we in topvorm zijn, maar hoe?
Uiteindelijk kwam ik uit bij Wielertrainer.com. Wilde ik bijtijds fit zijn, dan moest er een plan komen. Eind december had ik een eerste kennismaking. Een screening, de eerste testjes en een goed gesprek over mijn doelen en voeding. Jamie en Renske namen uitgebreid de tijd en gezamenlijk kwamen we tot zekere doelen. Enkele dagen later kreeg ik de voedingsschema’s én de trainingsschema’s toegestuurd. De druk was hoog – in een ideale wereld moet je zo vier keer per week op de fiets zitten – maar ik maakte flink progressie. Op de achtergrond hield Jamie alles in de gaten en had ik de ruimte waar nodig iets aan het schema te veranderen.
Het is best bijzonder om na al die jaren te merken dat je lichaam tot veel meer in staat is dan je altijd dacht. Dat je denkt best een aardige wielrenner te zijn, maar dat je zo vier, vijf kilometer per uur harder kan rijden gemiddeld.
Na een gedegen voorbereiding stond ik fit en sterk aan de start in Sardinië. In een sterk en internationaal deelnemersveld bleef ik goed op de been. Die jongen die jaren geleden nog blij was als hij met 26 kilometer per uur veertig kilometer kon fietsen, haalde nu eenvoudig de finish met een gemiddelde van boven de veertig per uur over 130 kilometer. En het mooiste: een dag later was ik voldoende hersteld om opnieuw een topprestatie te leveren.
Al met al was de Giro Sardegnia een geweldige ervaring. Eentje die smaakt naar meer. Als ik samen met mijn vrienden in de toekomst besluit nog eens een dergelijke rittenkoers te rijden, dan neem ik zeker contact op met Jamie en Renske. Zij hebben van deze enthousiaste amateur een nog enthousiastere amateur gemaakt, die bovendien aanzienlijk harder is gaan fietsen.
S. de Bont (32)